Inleiding
Voor sommige inspanningen is zowel duurvermogen als sprintvermogen nodig. De VO2max (maximale zuurstofopname) wordt veel gebruikt als maat voor de duurinspanning[1,2], terwijl VLamax (maximale lactaatproductiesnelheid) steeds meer erkenning krijgt als indicator van het sprintvermogen[3]. Inzicht in beide waarden geeft een completer beeld van het inspanningsprofiel van een sporter en kan relevant zijn voor sporten waarin duurvermogen en explosieve inspanningen samenkomen, zoals wielrennen, roeien en baanatletiek.
VO2max
VO2max is de afkorting die staat voor het maximale volume zuurstof dat het lichaam per minuut kan opnemen en gebruiken tijdens inspanning. Het wordt meestal uitgedrukt in milliliter per kilogram lichaamsgewicht per minuut (ml/kg/min) en wordt beschouwd als de gouden standaard voor het duurvermogen[1,2,4,5]. De VO2max wordt onder andere beïnvloed door het volume aan bloed dat het hart kan rondpompen, de concentratie rode bloedlichaampjes om zuurstof in het bloed te vervoeren van de longen naar de spieren en de capaciteit van de spieren om zuurstof uit het bloed te halen[2]. Een hogere VO2max kan een betere duurinspanning leveren en versnelt het herstel tussen intensieve intervallen. Daarmee is het ook voor teamsporters voordelig om een hoge VO2max te hebben.
Trainen van VO2max
De VO2max verbetert doorgaans het snelst met intensieve intervaltrainingen (zie ook de factsheet intervaltraining)[6]. Op de langere termijn zijn ook verbeteringen te verkrijgen door een groot volume aan minder intensieve training uit te voeren[7]. Topsporters zijn echter al zeer goed getraind en daarom neemt de VO2max nog maar beperkt toe met training[4]. Het is daarom verstandig om de VO2max slechts sporadisch (bijvoorbeeld 2 tot 4 keer per jaar) te meten om de effectiviteit van trainingsprogramma’s te evalueren. Kleine veranderingen over kortere tijd zijn namelijk niet nauwkeurig te meten.
Meten van VO2max
De meest betrouwbare methode om VO2max te meten is een directe ademgasanalyse tijdens een inspanningstest in een gecontroleerde laboratoriumomgeving. Schattingen van VO2max, bijvoorbeeld via submaximale tests of draagbare technologieën (zoals sporthorloges met hartslag- en GPS-metingen) zijn minder nauwkeurig[8]. Voor het monitoren van trainingseffecten bij topsporters bieden directe metingen een grotere nauwkeurigheid.
VLamax
VLamax is de maximale snelheid waarmee lactaat wordt geproduceerd via glycolyse (de afbraak van glucose, zie ook de factsheet energiesystemen) en wordt uitgedrukt in de eenheid mmol·L⁻¹·s⁻¹. Die reflecteert de ‘explosieve’ kant van het energiemetabolisme en wordt beïnvloed door onder andere de spiervezelsamenstelling (hoger bij groter aandeel snelle vezels), en trainingsachtergrond (groter bij meer sprinttraining)[3].
Een hoge VLamax is voordelig voor kortdurende, zeer intensieve inspanningen van 10 seconden tot en met 4 minuten, of kortere intensieve inspanningen binnen een duurinspanning (tussensprint binnen het wielrennen). Wel kan dat in duurcontext nadelig zijn doordat het koolhydraatverbruik toeneemt en er meer verzurende stoffen worden geproduceerd bij een gegeven inspanningsintensiteit[3]. Een goede balans tussen VO2max en VLamax is daarom belangrijk.
Meten van VLamax
De VLamax is niet direct te meten omdat de gemeten lactaat concentratie ook afhangt van hoe snel iemand weer lactaat afvoert (zie ook de factsheet lactaat). Het is dan ook belangrijk een onderscheid te maken tussen Vlapiek en VLamax. Vlapiek is de hoogste lactaatconcentratie die is te meten tijdens een maximale inspanning en reflecteert daarmee de lactaat-ophoping, die afhankelijk is van zowel productie als afvoer. VLamax reflecteert daarentegen de productiesnelheid zelf, maar is vrijwel niet te meten in de sportpraktijk. Daarmee is de ‘directe’ meting van Vlapiek strikt genomen nog steeds een schatting.
Een manier om de VLapiek te meten is door het uitvoeren van een korte maximale inspanning van 10-15 seconden, met lactaatmetingen voor en op meerdere momenten na de inspanning. De lactaatstijging van rust naar de maximale waarde na inspanning wordt samen met de inspanningsduur gebruikt voor de bepaling van de VLapiek[3]. Sommige softwareplatforms schatten VLamax op basis van prestatiegegevens en gedeeltelijke lactaatprofielen tijdens duur- en sprinttests. De nauwkeurigheid van deze schattingen is nog niet uitgebreid onderzocht en moet daarom voorzichtig worden geïnterpreteerd.
In de literatuur variëren Vlapiek waarden tussen de 0.2 mmol/L/s en 0.8 mmol/L/s, waarbij 0.2 een laag vermogen van de glycolyse reflecteert en 0.8 een hoog vermogen. Op basis van deze waarden kan een trainer een grove schatting maken van het sprint (glycolytische) vermogen van een sporter. Wel zijn er rondom het meten van de Vlapiek nog veel onduidelijkheden. Zo is er nog veel discussie over het optimale testprotocol[9] en de resultaten worden onder andere beïnvloed door warming-up, en glycogeenstatus en het vermogen van het aerobe systeem[3]. Vooral deze laatste factor is belangrijk: door een zeer sterk ontwikkeld aerobe systeem kan het lijken alsof de Vlapiek laag is doordat de lactaat snel wordt afgevoerd. De resultaten moeten daarom vooral relatief worden geïnterpreteerd ten opzichte van de VO2max.
VLamax vs. andere anaerobe tests
Verschillende testen kunnen een indicatie geven van het ‘anaerobe vermogen’, zoals de 30-seconden Wingate-test. Wel wordt de prestatie in deze test bepaald door meerdere energiesystemen. Hierdoor is alsnog geen heel goed inzicht te verkrijgen in het vermogen van de glycolyse. Doordat de VLamax-methode het verschil in de maximale- en rust-lactaatconcentratie meet, geeft deze methode mogelijk een beter inzicht in het maximale vermogen van de glycolyse, onafhankelijk van de andere energiesystemen[3]. Het gebruik naast de al bestaande anaerobe testen kan voordelig zijn.
Conclusie
Met een combinatie van een VO2max- en VLamax-meting is een vollediger metabolisch profiel te krijgen. Daarmee is training gerichter te sturen. De VLamax-methode heeft echter verschillende beperkingen, waardoor de resultaten vooralsnog voorzichtig moeten worden gebruikt. Tabel 1 geeft een overzicht van de kernconcepten van VO2max en VLamax.
| Aspect | VO2max | VLamax |
|---|---|---|
| Definitie | Maximale zuurstofopname (aerobe capaciteit) | Maximale lactaatproductiesnelheid (anaerobe capaciteit) |
| Eenheid | ml·kg⁻¹·min⁻¹ | mmol·L⁻¹·s⁻¹ |
| Belangrijkste energiesysteem | Aeroob (oxidatieve fosforylering) | Glycolyse |
| Voordelen bij hoge waarde | Betere duurprestatie, lactaatafvoer, herstel | Betere sprint prestatie of kortdurende duurprestatie (bijvoorbeeld 400m atletiek) |
| Effect hoge waarde | Hogere maximale aerobe inspanningscapaciteit | Meer vermogen leveren gedurende relatief korte tijd, maar ook hoger koolhydraatverbruik (dus mogelijk ook meer koolhydraat inname nodig) en eerdere opbouw van verzuring |
| Interpretatie lage waarde | Beperkt uithoudingsvermogen | Lagere lactaatproductie en minder vermogensproductie |
| Testmethode | Oplopende inspanningstest met gasanalyse (gouden standaard) | Korte (10-15 seconden) sprinttest met lactaatmeting voor en na |
| Hoe te trainen | Verbeterd door duur- en intervaltraining | Verlaagd door duurtraining (door snellere afvoer lactaat); verhoogd door kortdurende zeer intensieve inspanningen |
| Optimaal voor | Marathon, wegwielrennen, triatlon | Baansprint, explosieve onderdelen, teamsport met sprints |
Bronnen
- Joyner MJ, Coyle EF. Endurance exercise performance: the physiology of champions. J Physiol. 2008;586(1):35-44.
- van der Zwaard S, Brocherie F, Jaspers RT. Under the Hood: Skeletal Muscle Determinants of Endurance Performance. Front Sports Act Living. 2021;3:719434.
- Wackerhage H, Kabasakalis A, Seiler S, Heck H. Is the v Lamax for Glycolysis What the V˙ O 2 max is for Oxidative Phosphorylation? H. Wackerhage et al. Sports Med. 2025:1-14.
- Jones AM. The physiology of the world record holder for the women’s marathon. Int J Sports Sci Coach. 2006;1(2):101-16.
- Jones AM, Kirby BS, Clark IE, Rice HM, Fulkerson E, Wylie LJ, et al. Physiological demands of running at 2-hour marathon race pace. J Appl Physiol (1985). 2021;130(2):369-79.
- Rosenblat MA, Arnold J, Nelson H, Watt J, Seiler S. The Additional Effect of Training Above the Maximal Metabolic Steady State on V O2peak, W peak and Time-Trial Performance in Endurance-Trained Athletes: A Systematic Review, Meta-analysis, and Reality Check. Sports Med. 2024;54(2):429-46.
- Mølmen KS, Almquist NW, Skattebo Ø. Effects of exercise training on mitochondrial and capillary growth in human skeletal muscle: a systematic review and meta-regression. Sports Med. 2025;55(1):115-44.
- Düking P, Van Hooren B, sperlich B. Assessment of peak oxygen uptake with a smartwatch and its usefulness for running training. Int J Sports Med. 2022;43(7):642-7.
- Haase R, Nitzsche N, Porter M. Methodological Approaches in Testing Maximal Lactate Accumulation Rate-νLamax: A Systematic Review. Journal of Science and Cycling. 2025;14(1):9-.