TopsportTopics logo Alles over sport logo

Prestatiedaling door vermoeidheid: onderscheidende factor bij profwielrenners

De fysieke prestatie van een wielrenner wordt tegenwoordig afgelezen aan het vermogen dat hij of zij weet te trappen, maar een eenduidig verschil tussen de absolute top en de subtop wordt vaak niet gevonden. Een recente studie bij profwielrenners laat zien dat een oplopende vermoeidheid tijdens het fietsen het vermogen negatief beïnvloedt. Dit effect is kleiner in de hoogste categorie renners ten opzichte van de categorie eronder. Prestatiedaling door vermoeidheid lijkt daarom een factor om rekening mee te houden tijdens de training van duursporters en bij het beoordelen en ontwikkelen van jong talent.

Wat is al bekend?

  • De fysieke capaciteiten van een wielrenner zijn af te leiden uit de getrapte vermogens.

Wat is nieuw?

  • Het vermogen is gevoelig voor oplopende vermoeidheid tijdens inspanning, maar toprenners hebben hier minder last van dan subtoppers.

De studie werd uitgevoerd door een groep Spaanse onderzoekers. Zij verzamelden gedurende acht seizoenen de vermogensdata van 112 mannelijke profwielrenners. 66 van hen reden op het hoogste UCI niveau, dat van de WorldTour; hieronder waren winnaars van een Grote Ronde, wielerklassiekers en een wereldkampioenschap. De andere 46 waren renners uit een ProTeam ploeg, de categorie onder de WorldTour. 

Vermoeidheid onthult niveauverschil

Figuur 1: Afname in getrapte vermogen (Y-as, in % t.o.v. 0 kJ/kg) tijdens korte (top panelen), middellange (midden) en lange (onder) inspanning, als gevolg van oplopende vermoeidheid door verrichte arbeid (X-as, in kJ/kg lichaamsgewicht) in WorldTour (WT, doorgetrokken lijn) versus ProTour (PT, stippellijn) renners. *P<0,05; **P<0,01; ***P<0,001.

In totaal werden 103.102 vermogensbestanden geanalyseerd. De fietsprestatie werd afgelezen uit het maximale gemiddelde vermogen dat een renner tijdens korte, middellange en lange inspanningen trapte. Om het effect van oplopende vermoeidheid hierop te bekijken, werden de vermogens aan het begin van de wedstrijd of training vergeleken met wanneer de renner een toenemende hoeveelheid arbeid had verricht.   

Terwijl er in een frisse toestand (0 kJ/kg) geen verschil in prestatie tussen de twee groepen renners werd gevonden, kwam het niveauverschil tussen beide categorieën wel tot uiting wanneer ze in toenemende mate energie tijdens het fietsen hadden verbruikt. Want hoewel WorldTour renners ook iets van hun maximale vermogens moesten inleveren bij een oplopende hoeveelheid verrichte arbeid, was het negatieve effect van vermoeidheid sterker aanwezig bij de ProTour renners. 

Vroege afname

Opvallend is dat in deze, zeer goed getrainde, groep duursporters de vermoeidheid al bij het eerste meetpunt zichtbaar is (na 15 kJ/kg). Uitgaande van een lichaamsgewicht van 60-70 kilogram betekent dit dat in het geval van de profwielrenners zij al na één tot twee uur koers een achteruitgang in prestatie ondervinden. Tijdens het testen en begeleiden van duursporters moet daarom met een vroege prestatiedaling door vermoeidheid rekening gehouden worden. 

Bron

  1. Mateo-March M, Valenzuela PL, Muriel X, Gandia-Soriano A, Zabala M, Lucia A, Pallares JG, Barranco-Gil D. The Record Power Profile of male professional cyclists: fatigue matters. Int J Sports Physiol Perform. 2022 Mar 3: 1-6. doi: 10.1123/ijspp.2021-0403. Epub ahead of print. 

Topsport Topics
Wielersport
public, professional
samenvatting