
Om te beginnen onderscheidt de sportpsychologische wetenschappelijke literatuur grofweg twee verschillende sportklimaten: een klimaat gericht op (persoonlijke) ontwikkeling (Eng: mastery climate), en een prestatiegericht klimaat. In een ontwikkelingsgericht klimaat is sport een manier om levenslessen te leren die later nog van pas komen.[1–3] Dit uit zich in taakgeoriënteerde doelen: sporters moeten vooral goed hun best doen en mogen fouten maken; het leerproces is het belangrijkst. Als andere zaken zoals status verwerven of winnen (de wetenschap noemt dit “ego-georiënteerde doelen”) de boventoon voeren, spreken we van een prestatiegericht klimaat.[1–3] Succes hangt dan grotendeels af van de prestatie ten opzichte van andere sporters of teams. Beide klimaten zijn uitersten van een spectrum met veel mogelijke tussenvormen.[4]
Motivatie
Verschillende sportklimaten brengen ook verschillende soorten motivatie met zich mee. Een ontwikkelingsgericht klimaat boort de intrinsieke motivatie van de sporter aan. In zo’n klimaat zijn sporters meer betrokken, hebben ze meer plezier in trainingen en meer zelfvertrouwen, en leren ze nieuwe vaardigheden sneller aan. Sporters presteren uiteindelijk ook beter.[1–3,5–7] In een prestatiegericht klimaat is de motivatie extrinsiek, en bevindt die zich dus (deels) buiten de invloedssfeer van de sporters. Dat kan zorgen voor stress en afleiden van de taak die ze moeten volbrengen. Misschien belangrijker nog: het vermindert ook de positieve gevoelens die sporters uit trainingen halen.[1,2,7]
Het is echter te zwart-wit om te stellen dat extrinsieke motivatie altijd slechter is dan intrinsieke motivatie. Als sporters zelf zeggenschap hebben over hun extrinsieke motiverende factoren, kunnen die wel degelijk positieve effecten hebben.[5] Schaatsers kunnen bijvoorbeeld een hekel hebben aan krachttraining maar toch het krachthonk induiken, omdat ze weten dat ze er op het ijs progressie mee boeken. Ze maken die keuze dan zelf, omdat het strookt met hun intrinsieke motivatie en persoonlijke ontwikkeling.
Coachingsstijl
Het klimaat dat de coach creëert heeft invloed op de persoonlijke ontwikkeling en de prestaties van de sporters.[6,8] Een coach doet er goed aan de gebruikte coachingsstijl aan de eisen van het specifieke moment aan te passen.
Ontwikkeling
Coaches kunnen een ontwikkelingsklimaat creëren door structuur te bieden en een ondersteunende rol aan te nemen, aangepast aan de individuele behoeften van een sporter.[5,6] Sporters varen wel bij een informele en betrokken sfeer, waarbij ze positieve feedback krijgen.[3,5,6] Coaches zorgen op de lange termijn voor betere resultaten als ze de autonomie van sporters stimuleren en de waarden van de sport overbrengen, dan wanneer ze zich disciplinerend opstellen en het voornaamste doel is dat sporters het juiste ‘trucje’ doen.[5]
Zorgzaamheid
Het bovenstaande sluit goed aan bij wat in de sportsociologie bekendstaat als een zorgzaam klimaat (Eng: caring climate). De zorg die de coach voor sporters heeft, draagt in belangrijke mate bij aan hun opvoeding, ontwikkeling en prestaties; sporters moeten zich daarom veilig, gewaardeerd en gerespecteerd voelen.[9,10] Het is belangrijk dat coaches daadwerkelijk open staan voor de sporters, zonder daarbij vooringenomen te zijn en druk of dwang uit te oefenen. De prioriteit ligt in een zorgzaam klimaat bij de behoeften van de sporter en de betekenis die een bepaalde situatie voor de sporter heeft.[10]
Conflicten
Net als in iedere andere relatie kunnen ook tussen coach en topsporter conflicten optreden. Voor coaches is het dus aan te raden om zich op voorhand in conflictmanagement en -beheersing te verdiepen.[11] Een deel van de conflicten is te voorkomen door wederzijdse verwachtingen vooraf bespreekbaar te maken en te toetsen of ze realistisch zijn. Als er toch een conflict ontstaat, kan de coach zich het best constructief opstellen bij het bespreken van de meningsverschillen en samen met de sporter verder bouwen aan een goede relatie.[11]
Andere actoren
Naast de gehanteerde coachingsstijl zijn er nog andere actoren die het sportklimaat bepalen. In de eerste plaats zijn medesporters of teamgenoten belangrijk.[12] In teamsporten is er binnen ieder team sprake van een eigen groepsdynamiek, waarin andere leidende figuren even goed hun stempel op de sfeer in de groep drukken als de coach.[13,14] Door te investeren in leiders in het team kunnen coaches het sportklimaat in positieve zin beïnvloeden.[15,16] Naast de coach en andere sporters zijn onder andere bestuurders, begeleidende staf, jury, arbitrage en publiek belangrijk voor het sportklimaat. Met name bij jonge sporters bepalen ook de ouders het klimaat waarin hun kind sport.[17.18]
Ook de interpretatie van het sportklimaat kan verschillen doordat sporters verschillende persoonskenmerken of eigenschappen hebben. Er zijn bijvoorbeeld aanwijzingen dat vrouwelijke en mannelijke sporters – buiten het feit dat ze hun sport vaak in een wezenlijk andere context beoefenen – het sportklimaat anders kunnen interpreteren.[19,20] Bij jeugdsporters spelen de leeftijd en ontwikkelingsfase een rol bij hoe ze het sportklimaat ervaren.[3,21] Tot slot beschikken topsporters over een grotere mentale weerbaarheid waardoor ze beter om kunnen gaan met de minder goede omstandigheden die een prestatiegericht klimaat met zich meebrengt.[22,23]
Presteren
Tot slot resteert nog de vraag, of het creëren van een klimaat dat vooral gericht is op ontwikkeling het leveren van topprestaties niet negatief beïnvloedt. In iedere topsportcarrière zijn er situaties waarin gepresteerd moet worden, zoals selectiemomenten, kwalificaties en wedstrijden. Op zulke specifieke momenten kan een prestatiegericht klimaat zeker functioneel zijn en coaches passen hun coachingsstijl daar dan ook vaak op aan. Ze coachen minder ondersteunend en meer disciplinerend: ‘er moet geleverd worden’.[24–26]
De grotere mentale weerbaarheid van topsporters komt dan goed van pas: hierdoor kunnen ze beter met de minder ontwikkelingsgerichte coachingsstijlen van het moment omgaan.[22,23] Coaches kunnen bovendien de negatieve effecten van een prestatiegericht klimaat afzwakken en goede prestaties faciliteren door tegelijkertijd blijk te geven van vertrouwen.[4,27,28] Uiteindelijk geldt dat er ook bij topsporters in andere (trainings)situaties weer meer aandacht moet zijn voor hun ontwikkeling.[2,8,27]
Dit artikel is tot stand gekomen met dank aan Froukje Smits, senior onderzoeker ‘Maatschappelijke impact van sport en bewegen’ aan de Hogeschool Utrecht.
Bronnen
- Ommundsen Y, Roberts GC, Kavussanu M. Perceived motivational climate and cognitive and affective correlates among Norwegian athletes. J Sports Sci. 1998 Feb; 16(2): 153-164.
- Pensgaard AM, Roberts GC. The relationship between motivational climate, perceived ability and sources of distress among elite athletes. J Sports Sci. 2000 Mar; 18(3): 191-200.
- Weiss MR, Amorose AJ, Wilko AM. Coaching behaviors, motivational climate, and psychosocial outcomes among female adolescent athletes. Pediatr Exerc Sci. 2009 Nov; 21(4): 475-492.
- Haugen T, Riesen JF, Østrem K, Høigaard R, Erikstad MK. The relationship between motivational climate and personal treatment satisfaction among young soccer players in Norway: the moderating role of supportive coach-behaviour Sports (Basel). 2020 Dec 12; 8(12): 162.
- Mageau GA, Vallerand RJ. The coach–athlete relationship: a motivational model. J Sports Sci. 2003 Nov; 21(11): 883-904.
- Coatsworth JD, Conroy DE. The effects of autonomy-supportive coaching, need satisfaction and self-perceptions on initiative and identity in youth swimmers. Dev Psychol. 2009 Mar; 45(2): 320-328.
- Ntoumanis N, Taylor IM, Thøgersen-Ntoumanis. A longitudinal examination of coach and peer motivational climates in youth sport: implications for moral attitudes, well-being, and behavioral investment. Dev Psychol. 2012 Jan; 48(1): 213-223.
- Pensgaard AM, Roberts GC. Elite athletes’ experiences of the motivational climate: The coach matters. Scand J Med Sci Sports. 2002 Feb; 12(1): 54-59.
- Fry MD, Gano-Overway LA. Exploring the contribution of the caring climate to the youth sport experience. J Appl Sport Psychol. 2010; 22(3): 294-304.
- Jacobs F, Ludérus A. Caring climate en zelfreflectie. In: Bronkhorst A, Van der Kerk J, Schipper-van Veldhoven N, editors. Een pedagogisch sportklimaat – het realiseren van een positieve clubcultuur. Bussum: Uitgeverij Coutinho; 2018. p. 79-92.
- Davis L, Jowett S. Coach–athlete attachment and the quality of the coach–athlete relationship: implications for athlete’s well-being. J Sports Sci. 2014; 32(15): 1454-1464.
- García-Calvo T, Leo FM, Gonzalez-Ponce I, Sánchez-Miguel PA, Mouratidis A, Ntoumanis N. Perceived coach-created and peer-created motivational climates and their associations with team cohesion and athlete satisfaction: evidence from a longitudinal study. J Sports Sci. 2014; 32(18): 1738-1750.
- Fransen K, Vanbeselaere N, De Cuyper B, Vande Broek G, Boen F. Perceived sources of team confidence in soccer and basketball. Med Sci Sports Exerc. 2015 Jul; 47(7): 1470-84.
- Fransen K, Boen F, Vansteenkiste M, Mertens N, Vande Broek G. The power of competence support: The impact of coaches and athlete leaders on intrinsic motivation and performance.
- Fransen K, Vansteenkiste M, Vande Broek G, Boen F. The competence-supportive and competence-thwarting role of athlete leaders: An experimental test in a soccer context. PLoS One. 2018 Jul 11; 13(7): e0200480.
- Mertens N, Boen F, Vande Broek G, Vansteenkiste M, Fransen K. An experiment on the impact of coaches’ and athlete leaders’ competence support on athletes’ motivation and performance. Scand J Med Sci Sports. 2018 Dec; 28(12): 2734-2750.
- Appleton PR, Hall HK, Hill AP. Examining the influence of the parent-initiated and coach-created motivational climates upon athletes’ perfectionistic cognitions. J Sports Sci. 2011 Apr; 29(7): 661-671.
- Sánchez-Miguel PA, Leo FM, Sánchez-Oliva D, Amado D, García-Calvo T. The importance of parents’ behavior in their children’s enjoyment and amotivation in sports. J Hum Kinet. 2013 Mar 28; 36: 169-177.
- Cotterill ST, Clarkson BG, Fransen K. Gender differences in the perceived impact that athlete leaders have on team member emotional states. J Sports Sci. 2020 May; 38(10): 1181-1185.
- Rodrigues F, Macedo R, Cid L, Teixeira DS, Marinho DA, Monteiro D. Sex differences in relationships between perceived coach-induced motivational climates, basic psychological needs, and behavior regulation among young swimmers. Percept Mot Skills. 2020 Oct; 127(5): 891-911.
- Kipp LE, Bolter ND, Phillips Reichter A. Motivational climate profiles, pubertal status, and well-being among female adolescent aesthetic sport athletes. Pediatr Exerc Sci. 2019 Nov 1; 31(4): 458-464.
- Connaughton D, Wadey R, Hanton S, Jones G. The development and maintenance of mental toughness: perceptions of elite performers. J Sports Sci. 2008 Jan 1; 26(1): 83-95.
- Gucciardi DF, Stamatis A, Ntoumanis N. Controlling coaching and athlete thriving in elite adolescent netballers: The buffering effect of athletes’ mental toughness. J Sci Med Sport. 2017 Aug; 20(8): 718-722.
- Keegan RJ, Spray CM, Harwood CG, Lavallee D. A qualitative investigation of the motivational climate in elite sport. Psychol Sport Exerc. 2014; 15: 97-107.
- Harwood CG, Keegan RJ, Smith JMJ, Raine AS. A systematic review of the intrapersonal correlates of motivational climate perceptions in sport and physical activity. Psychol Sport Exerc. 2015; 18: 9-25.
- Smith N, Quested E, Appleton PR, Duda JL. Observing the coach-created motivational environment across training and competition in youth sport. J Sport Sci. 2017 Jan; 35(2): 149-158.
- Ommundsen Y, Roberts GC. Effect of motivational climate profiles on motivational indices in team sport. Scand J Med Sci Sports. 1999 Dec; 9(6): 389-397.
- Fransen K, Decroos S, Vanbeselaere N, Vande Broek G, De Cuyper B, Vanroy J, et al. Is team confidence the key to success? The reciprocal relation between collective efficacy, team outcome confidence, and perceptions of team performance during soccer games. J Sports Sci. 2015; 33(3): 219-231.