TopsportTopics logo Alles over sport logo

Voedingsadviezen voor geblesseerde sporters

Sporters die geblesseerd raken moeten hun voedselinname beperken. Door de blessure zijn sporters immers minder actief en hebben daardoor minder energie nodig. De hoeveelheid eiwit die ze dagelijks innemen dient echter gehandhaafd te blijven aangezien eiwit belangrijk is voor het herstel van de blessure en het behoud van de spiermassa.

Geblesseerde sporters

Gezonde sporters passen over het algemeen hun voeding aan het trainingsprogramma aan. Vanaf het moment dat de sporter geblesseerd raakt, is vaak de eerste reactie om (veel) minder voeding in te nemen. De reden hiervoor is dat het verbruik van energie ook daalt door een vermindering van de training. Een Schotse onderzoeker heeft aan de hand van een literatuurstudie uitgezocht welke voedingsadviezen te geven zijn voor geblesseerde sporters.

Voedingsadviezen

Allereerst is het belangrijk om rekening te houden met de aard van de blessure en de beperking die de sporter daardoor heeft. Blessures waarbij sporters bedrust moeten houden vereisen een grotere beperking van de voedingsinname dan blessures waarbij een sporter aangepast traint. Het is dus van belang om te bepalen hoeveel energie een sporter verbruikt gedurende de periode waarin deze geblesseerd is. Het lijkt erop dat een sporter gedurende immobilisatie van een geblesseerd lichaamsdeel zijn energie-inname in mindere mate hoeft te verminderen dan in eerste instantie werd gedacht. Zo blijkt dat het lichamelijk herstel na een blessure leidt tot een energiebehoefte die wel 15 tot 50% hoger kan zijn dan de norm voor inactieve personen. Lopen met behulp van krukken vraagt bijvoorbeeld om een energieinname die 2 tot 3 maal zo hoog is als tijdens gewoon lopen. Dit neemt echter niet weg dat geblesseerde sporters minder energie verbruiken gedurende hun herstelperiode in vergelijking met vóór de blessure.

Voldoende eiwit in de voeding is van groot belang voor het behoud van de spiermassa, met name in het geval van bedrust. Terwijl de totale energie-inname van geblesseerde sporters moet afnemen omdat het energieverbruik afneemt, raadt de auteur aan om de absolute eiwit-inname gelijk te houden of zelfs te verhogen gedurende bedrust. De auteur adviseert een inname van 2 tot 2,5 gram per kg lichaamsgewicht per dag. Het advies voor niet-geblesseerde mannelijke sporters is een inname van 1,4 tot 1,7 gram per kilogram lichaamsgewicht (zie factsheet eiwitten). Tot slot geeft de auteur aan dat het zeer belangrijk is om gedurende het genezingsproces regelmatig te controleren of er veranderingen zijn in het energieverbruik en om de energie-inname daarop aan te passen. De eenvoudigste manier om een indicatie te geven van het energieverbruik is door de duur en intensiteit is van de activiteiten van een sporter bij te houden. Het is ook van belang om te controleren of een sporter nog wel voldoende vitaminen en mineralen binnenkrijgt wanneer het dieet is aangepast.

Conclusies

Het is belangrijk dat geblesseerde sporters hun dieet aanpassen zodra ze geblesseerd zijn. De energie-inname en het energieverbruik moeten ook in het geval van blessures in balans zijn. Daarnaast is het van belang dat het dieet voldoende eiwitten bevat voor het behoud en het herstel van spierweefsel.

Bron

  1. Tipton KD (2015) Nutritional Support for Exercise-Induced Injuries. Sports med. Epub ahead of print. DOI 10.1007/s40279-015-0398-4
Topsport
public, professional
samenvatting
blessures, voeding